“Mijn collega’s noemen mij schertsend ‘moeder’. Ik werk dan ook al 35 jaar als verpleegkundige in Home Vrijzicht. Als kind wist ik al dat ik in de zorg wou werken. Ik logeerde toen geregeld bij mijn grootmoeder. Zij woonde tegenover een ‘rusthuis’ en ik ging vaak met haar mee op bezoek. Ik moet een jaar of acht geweest zijn toen.
Mijn eigen mama wou trouwens ook verpleegkunde studeren. Maar ze mocht niet van haar ouders. Zo ging dat vroeger. Ze moest stoppen met school om te gaan werken. Ik vermoed dat ze daar altijd spijt van heeft gehad. Ze werd verkoopster, maar in haar vrije tijd deed ze vrijwilligerswerk bij het Rode Kruis.
Voor mij was het een evidentie om verpleegkunde te studeren. Maar toen ik in 1987 afstudeerde, was de arbeidsmarkt nog helemaal anders dan nu. Home Vrijzicht was net uitgebreid toen en zocht een vijftal verpleegkundigen. Meer dan dertig kandidaten boden zich aan! De zaal zat vol sollicitanten. Ik was opgetogen dat ik aan de slag mocht. Van de eerste dag voelde ik me hier thuis.
Ik heb Home Vrijzicht met de jaren zien evolueren. De meest recente verandering is de kringwerking. Elk team heeft nu een vrij grote mate van autonomie. We kunnen als team veel zelf regelen en afspreken. Dat is fijn, al vergt het goede communicatie.
Veel verpleegkundigen kiezen ervoor om in een ziekenhuis te werken. Zelf vind ik een woonzorgcentrum leuker. In een ziekenhuis heb je nauwelijks de tijd om de patiënten te leren kennen. Terwijl we hier een goede band met de bewoners ontwikkelen. Sommige bewoners ken ik beter dan mijn eigen familie. Toen we trouwden, moesten mijn man en ik ons komen tonen aan de bewoners. En toen we een eerste kindje kregen, vroegen de bewoners om het eens mee te brengen. Die hechte band met bewoners is onbetaalbaar!
Ik werk hier nog altijd even graag. Natuurlijk heb ik in die 35 jaar ook wel eens gedacht om eens elders te gaan werken. Maar nooit ernstig. Jonge mensen veranderen vlugger van werk. Maar ik zie dat velen van hen na een tijdje terugkeren. Waar Home Vrijzicht dan het verschil maakt? De sfeer zit goed, er is een open overleg en er wordt rekening gehouden met de medewerkers. Het is altijd een kwestie van geven en nemen.
Met mijn man Edwin heb ik jarenlang gedanst bij Franky Maes in Ieper: ballroom, salsa, tango, latin… De ideale ontspanning. Door corona is dat jammer genoeg stilgevallen en Franky is ermee gestopt. Bovendien heeft mijn man last van rugpijn door het werk in een metaalconstructiebedrijf. Het is een domper, want dansen was onze wekelijkse uitlaatklep. Gelukkig hebben we nog onze kleinkindjes Anna en Oliver. Ze zijn allebei 2 jaar. En dan is er nog ons hondje Odette, een Jack Russell van 3 jaar, die ons overal vergezelt.”
Carmen Nuyttens
Volg de verhalen op onze Facebookpagina.