“Ik kan je oprecht zeggen, ik heb een heerlijke jeugd genoten! Samen met mijn zus, Rosie en broer Willy groeiden we op in Antwerpen.
Mijn papa was handelsreiziger en sprak vloeiend Nederlands, Frans, Engels en Duits. Hij was vaak de baan op voor zijn werk. Mama had Duitse roots en was huismoeder. Ze had een grote voorliefde voor muziek. Ik kan me nog levendig inbeelden hoe vaak ze aan het zingen was. In de familie hadden we heel wat zelfstandigen. Een tante had een villa in Westende, een andere tante woonde in Zwitserland. Ik herinner me dat mijn ouders vaak weg waren. Wij bleven thuis. In die tijd bleef de huismeid tijdens de week inwonen om mee te helpen in het huishouden en te zorgen voor de kinderen.
Na mijn humaniora startte ik met mijn zus een winkel in schrijfgerief en papierwaren. De winkel lag naast de drukkerij, waarvan de eigenaar bevriend was met mijn vader. Ik bleef er werken tot ik mijn man leerde kennen.
Op een vakantie in Wenduine ontmoeten we twee soldaten die aan de overkant van ons hotel gestationeerd waren. Het begon met zwaaien, wat later spraken we eens af om samen te gaan wandelen. Van het een kwam het ander… De ene jongen was van Oostende, de andere van Antwerpen. Mijn zus trouwde met de jongen uit Antwerpen. Ik met de jongen van Oostende (lacht).
We gingen in Oostende wonen en waren gelukkig. We kregen er 5 dochters. We woonden er op de zeedijk , niet ver van de paardenrenbaan. In die tijd was het gebruikelijk om een strandkabine te huren. Als vrouwen zaten we er elke namiddag te breien of te haken tot de kinderen thuiskwamen van school. Het was een mooie tijd, heb altijd graag aan zee gewoond!
We hadden een buitenverblijf in Beveren-Aan de IJzer. Mijn man, Raymond was beroepsjournalist voor de ‘Gazet van Antwerpen’. Hij heeft hard gewerkt. Van zodra hij op pensioen was, werd dit onze vaste stek.
Op een dag wou mijn man wat gerief op zolder brengen maar kwam ongelukkig ten val. Hij werd nog overgebracht naar het ziekenhuis maar stierf wat later. Ik bleef er nog tien jaar alleen wonen, met wat extra hulp aan huis. Eind dit jaar word ik 96 jaar, ik kon nog goed me verhelpen maar besefte dat alleen wonen niet meer zo evident was. Na overleg met de kinderen besloot ik vorig jaar op zoek te gaan naar een woonzorgcentrum. Zo kwam ik in Home Vrijzicht terecht.
Ik voel me hier goed, er wordt goed voor me gezorgd. De meeste van de kinderen wonen in de regio en komen vaak langs. Ik mag niet klagen, ik heb een mooi leven gehad. In mijn kamer kan ik genieten van klassieke muziek, blader ik vaak in mijn Engelse en Duitse zangboek of bekijk ik een goede film.”
Henny Bultynck
Volg de verhalen via onze Facebookpagina, elke woensdag een nieuw verhaal.