“Toen de dokter me in het ziekenhuis vertelde dat ik niet meer naar huis terug kon, had ik het heel moeilijk. Naar het woonzorgcentrum? Daar was ik niet op voorbereid. Mijn kinderen hebben me mee over de streep getrokken. Ik heb het daarna snel aanvaard zoals het kwam en ik voel me hier goed. De kamer is mooi, het eten lekker en ik kies zelf hoe ik mijn dagen vul. Ik zit graag alleen. Hoe ouder ik word, hoe minder mensen ik nodig heb om me heen. Alleen het gevoel afhankelijk te zijn, daar heb ik het moeilijk mee. Ik had me mijn oude dag anders voorgesteld. Al ben ik al 88 jaar,” vertelt Maddy.
“Het komt door de suikerziekte,” zegt haar man Fons. “Maddy is vier keer gevallen thuis. Ik kon het niet meer bolwerken. Ik maakte me voortdurend zorgen. Nu ben ik veel geruster. Maar het klopt wat Maddy zegt: we hadden nog zoveel dromen. We waren twee actieve ouderen. Ik ben 92 jaar, maar ik ben nog altijd fit en ik sport nog veel. Ik was vroeger rijkswachter. Ik heb me altijd goed verzorgd. Oud worden zit trouwens in mijn familie. We zijn een sterk ras. Ook Maddy heeft altijd gesport.”
“Tot twee jaar geleden ging ik elke weekdag om 7 uur ’s morgens zwemmen met de dameszwemclub in Ieper. Soms komen de redders van het zwembad nog eens langs. Dat vind ik fijn. Toen ik klein was, woonde ik in Sint-Idesblad. Van 1 april tot 1 oktober ging ik elke dag met mijn vader om 7 uur ’s morgens zwemmen in zee. Mijn vader met zijn badkostuum met bretellen. Ik ben dat heel mijn leven blijven doen. Zelfs na een zware rugoperatie.
Toen ik 14 jaar was, moest ik thuisblijven van school om in de drogisterij van mijn ouders te werken. Ik droomde toen van een zangcarrière, maar ik mocht niet naar het conservatorium in Oostende, omdat ik na de les niet meer met de tram thuisraakte. Ik kon nochtans mooi zingen. Toen ik 16 jaar was, ging ik bij toneelgroep ‘Willen is Kunnen’ in De Panne. Ze zochten meisjes voor het ballet in de jaarlijkse revue. Tijdens een repetitie begon ik spontaan te zingen. Ze vroegen me meteen om in de revue te zingen. Dat heb ik gedaan, samen met mijn broer. Later werd ik gevraagd door de toneelgroep in Veurne. Daar leerde ik Tuurke kennen, een kleine jongen die ook erg goed kon zingen. Ik heb aan verschillende wedstrijden deelgenomen, maar van Tuurke kon ik nooit winnen. Ik zei hem dat hij piano moest leren spelen. Hij heeft dat gedaan toen. Hij kreeg alle steun van zijn ouders. Je kent hem wel: Will Tura. Ik heb vele jaren later nog eens een concert bijgewoond in Bellewaerde. Hij herkende me nog!
Op 19 jaar ben ik met Fons getrouwd. De dag voor het huwelijk moest ik te biecht. Ik vergeet nooit wat de pastoor me toen vertelde: ‘Wat gisteren zonde was, wordt morgen een zware plicht, Maddy.’ Ik schoot in de lach. Omdat Fons rijkswachter was, mocht ik niet uit werken gaan. Zo was dat in die tijd. Financieel was dat niet evident, maar we zijn altijd gelukkig geweest. We hebben een zoon en een dochter, 6 kleinkinderen en 7 achterkleinkinderen, met een 8ste op komst. Fons komt me elke dag bezoeken en ik voel me hier op mijn plaats. Onlangs heb ik nog eens brood gebakken op de kring, zoals ik jarenlang elke dag deed. Dat was plezant.
Ik heb mijn carrière gemist, denk ik weleens. Ik had het kunnen maken als zangeres. Ooit kreeg ik de uitnodiging om een plaat te gaan opnemen in Parijs. Ik mocht niet van mijn ouders. Hun wil was wet. Ingaan tegen je ouders deed je niet. Ik heb veel moeten werken thuis. Maar het waren goede ouders hoor. Ik heb hele fijne herinneringen aan mijn jeugd aan zee.”
Maddy De Coene
Volg de verhalen op onze Facebookpagina.