“Sommige mensen snappen dat niet, maar ik heb altijd veel kinderen gewild. Mijn man en ik hebben vier dochters en twee zonen. Het zijn schatten van kinderen en ik zorg ervoor dat ze niets tekortkomen. Ik heb tien jaar in de Colruyt gewerkt. Daarna ging ik als schoonmaakster aan de slag, zodat ik de kinderen naar school kon brengen en op woensdagnamiddag thuis kon zijn. Tijdens de eerste lockdown zag ik de vacature voor ‘kringbegeleidster’ in Home Vrijzicht. Toen ik las wat de functie inhield, wist ik meteen: dit is waar ik altijd van droomde.
Mijn jongste is ondertussen zeven jaar, de oudste zeventien. Ik hoef er niet meer voortdurend te zijn. Ik had een supergoed sollicitatiegesprek. Er hoort weekendwerk bij, maar dat schrikt me niet af. Dit werk schenkt me zoveel voldoening. Als kringbegeleidster ben ik er voor de mensen. Ik zie het als mijn belangrijkste taak om bewoners zoveel mogelijk levensvreugde te schenken.
Mijn dagtaak start om 7.30 uur. Ik zet de ontbijttafel klaar en laat de koffie alvast lopen. Bewoners die willen uitslapen, kunnen dat. Wie wel al wakker is, kan ontbijten. We creëren een huiselijke sfeer in de leefruimte: wie dat wil, mag er gerust in pyama bij komen zitten. Ik help bij het ontbijt, ga even mee aan tafel zitten om een boterham te helpen smeren of gewoon voor een praatje. Na het ontbijt blijven de bewoners nog wat praten met een kopje koffie, of ze gaan naar hun kamer. Ik blijf in de buurt, help de bedden opmaken, ruim al eens een kast op samen met een bewoner of we bladeren eens door een fotoboek. Natuurlijk is er soms tijdsdruk, maar ik laat dat nooit merken aan de bewoners. Voor hen maak ik tijd. Na de middag spelen we een spelletje, verzorgen we de nagels of bakken we samen iets lekkers. Er is geen opgelegd programma. De bewoners beslissen mee wat we doen. Heeft iemand zin om even te wandelen? Dan doen we dat gewoon. Soms zitten we gewoon gezellig bij elkaar om te kletsen. Ik heb ook veel contact met de familie.
Ik heb een teer hartje en soms neem ik dingen mee naar huis. Als een bewoner het moeilijk heeft, kan ik dat niet gemakkelijk loslaten. Je kent die mensen, je brengt er zoveel tijd mee door, je praat en je lacht samen… Dan is het normaal dat het jou iets doet als ze ziek worden of sterven.
Mijn mama is zes maanden geleden gestorven. Kanker. Ze was pas 58 jaar. Ze is tien jaar ziek geweest, waarvan vier maanden palliatief. Mijn vriend en ik zijn in die periode getrouwd zodat ze er nog bij kon zijn. We hebben er een heel weekend van gemaakt, zonder veel tierelantijntjes, maar wel zeer intens. Dat was een dubbel gevoel: het was zeer fijn en tegelijk voelde het als een afscheid. Ik heb mijn trouwfoto’s nog niet kunnen bekijken. Het is allemaal nog te vers.
Mijn collega’s en de directie hebben me goed opgevangen. Ik kon palliatief verlof nemen om de laatste weken dicht bij mijn mama te zijn. Na de begrafenis ben ik snel weer aan de slag gegaan. Zo wou mama het ook. Mijn collega’s gaven me het gevoel dat ik altijd welkom was voor een babbel.
Had ik vroeger geweten dat een job als kringbegeleidster bestond, dan had ik hier veel eerder voor gekozen! Liefde en aandacht geven, is wat ik graag doe. Mensen een glimlach op het gezicht toveren, geeft me oneindig veel energie.
De combinatie werk-gezin lukt vrij aardig. Ja, zelfs met zes kinderen. Mijn kinderen helpen graag een handje in het huishouden, zonder dat ik het hen moet vragen. Als zij thuis zijn, komen ze trouwens altijd op de eerste plaats. Ook als er nog twee manden strijk staan te wachten. Die zullen niet weglopen, denk ik dan.”
Melissa Dehouck
Volg de verhalen op onze Facebookpagina.