Ontdek het verhaal van Agnes, bewoner

 

“Als je ervoor gaat, geraak je er wel.  Voor mij is dit de grootste levensles die me van thuis uit is meegegeven.  Als jongste van vier kinderen groeide ik op in Langemark.  Mijn ouders waren harde werkers en deden er alles aan zodat we niks tekort kwamen. 

We werden zeer katholiek opgevoed.  Ik zie ons met z’n allen rondom de kachel zitten om samen te bidden.  Doorheen ons leven gaf ons geloof dat duwtje in de rug, wat hoop en hielp ons door moeilijke periodes heen.  Tot op vandaag ben ik nog heel gelovig.

Mijn vader was wagenmaker.  Op vandaag bestaat deze stiel niet meer.  Hij maakten eigenhandig wielen, karren, kruiwagens en stond in voor allerlei herstellingen.  Hij deed zijn werk goed en had veel klanten op de streek.  Een firma deed geregeld een beroep op hem.  Wij sprongen bij waar kon.

Toen mijn broer na z’n legerdienst terugkwam, had hij wat ervaring opgedaan in automechanica.  Hij zei:  ‘Ik begin niet meer aan dat hout.  Ik start een garage op.’  Op onze koer, in een bijgebouw stampte hij een garage uit de grond.  Mensen kwamen langs om hun wagen, brommer of fiets te repareren.  Beetje bij beetje groeide dit uit tot een bloeiende zaak. 

Toen de stiel van wagenmaker stilaan passé was, keken mijn ouders uit naar een nieuwe broodwinning.  Zo beslisten ze om een pompstation te bouwen bij de garage van mijn broer. En terug hielp iedereen mee waar kon.

 

Agnes

 

Ik hou van bloemen, dat is mijn grootste passie!  Als je de oprit opreed, werd je verwelkomd door een kleurrijke bloemenweelde.  Een plezier om te zien, ik was er zo trots op!

We zeggen vaak lachend: ‘Zie ons, het Cruyde-ras’.  We zijn een vaste kliek en helpen elkaar door dik en dun.  Ik ben steeds blijven wonen in het ouderlijk huis.  Het was mijn plicht om als de jongste te zorgen voor mijn ouders.  Pas op mijn 37ste leerde ik mijn man, Gaspar kennen.  Hij werd meteen opgenomen in onze familie en woonde mee in.

We waren gelukkig.  We genoten zo om samen de baan op te gaan voor een rondrit in de streek of voor een familiebezoek.  Toen we ouder werden, sukkelden we steeds meer met onze gezondheid.  Na mijn ziekenhuisopname raadde de dokter ons aan om op zoek te gaan naar een woonzorgcentrum.  Langemark was geen optie.  Het wzc ligt vlak aan ons ouderlijk huis.  Ik zou teveel hartzeer hebben gehad om hierop te moeten uitkijken.  Intussen lag het terrein die we met zoveel moed en werk hebben opgebouwd er verlaten bij…

Zo kwamen we terecht in Elverdinge.  Ik heb me er meteen thuis gevoeld.  Jammer dat mijn man niet lang is kunnen blijven… Hij stierf korte tijd na onze opname. 

 

 

Intussen heb ik mijn draai goed gevonden.  Zie je dat zicht? Ik kijk uit op de Veurnseweg.  Ik hou van die dynamiek, het herinnert me zo hard aan de tijd van vroeger.  Het op de baan zijn, het pompstation en zijn passanten. 

Ik voel me hier op hotel, grote complimenten aan de keuken.  Ik kan het niet genoeg zeggen, de maaltijden zijn lekker en verzorgd! 

Geregeld komt mijn familie mij bezoeken.  Daarnaast kan ik genieten van lezen op mijn kamer of één van de vele activiteiten in huis. 

Nu de lente eraan komt, kijk ik er naar uit om naar buiten te trekken.  Om te genieten van het mooie weer, de tuin en zijn bloemen.  Ik ben hier aangekomen in het putje van de winter.  Ik heb nog wat in te halen. (lacht)”

Agnes Cruyt, bewoner

 

leftsidecontent rightsidecontent